Sinds 7 juni zit Uganda voor een tweede keer in een Loc down zonder dat men tijd had zich voor te bereiden.
Markten, reizen in elke vorm, winkels en dergelijke zijn verboden. Dit heeft een direct effect op mensen die afhankelijk zijn van hun dagelijkse arbeid, zoals het maken van schoenen, het helpen met dragen van tassen en dergelijke. Meestal zijn dit de mindervalide mensen.
Daarbij hebben we vanaf eind mei tot begin juli geen regen gehad alleen een extreme hitte. Hierdoor is de volledige oogst in een regio, wat net was geplant in april, verloren gegaan. Dit in combinatie met de Lock down heeft dit enorme gevolgen voor de minder validen
Mindervalide mensen worden binnen een gezin gezien als een last. Als er bespaard moet worden op uitgaven zijn deze mensen als eerste aan de beurt en krijgen niets. Zo is er een vergeten groep in het noorden van Uganda. Dit zijn kinderen/ jongeren met de zogenaamde knikkebollen ziekte (nodding disease). Dit is een neurologische aandoening waarbij de patiënt zijn hoofd vaak naar voren laat vallen. De patiënt groeit niet meer, verliest vaak zijn spraak/ zicht en wordt spastisch en krijgt epileptische aanvallen. Er is veel onbekend over deze ziekte, zoals waar komt het vandaan, hoe te behandelen.
In onze parochie, met 52 kerken, hebben we nu momenteel 1.582 geregistreerde patiënten met deze ziekte. Vaak worden deze mensen binnen de familie verwaarloosd, 1. Omdat men niet weet hoe ermee om te gaan,
2. Men ziet het als een straf/ last en kan er geen zorg voor dragen.
3. Hebben geen financiële middelen om ondersteuning en zorg te bieden.
In verschillende dorpen overleven deze mensen door het dorp te kruipen en afhankelijk te zijn wat men hen te eten geeft.
Tijdens de rondgang in de verschillende dorpen en het ontmoeten van verschillende gezinnen heb ik hun verhalen aangehoord en leed met hen gedeeld. Als ik hier zou neerschrijven wat de problemen zijn die ik heb gezien en gehoord dan zou ik een hele krant kunnen vullen. Voor mij persoonlijk was het soms zwaar om dit leed te zien, maar ik had wel een hoopvol hart omdat juist in het diepste leed we ruim 1.000 mensen van drie weken voedsel hebben kunnen zien, beseffende dat dit een druppel op een gloeiende plaat is. Maar we hebben samen met jullie het leed van een aantal gezinnen kunnen verlichten.
Ik wil ieder van u van harte danken want door uw gulle gift hebben we sommige mensen toch weer hoop kunnen geven.