De adventsactie in onze parochie was voor voedsel voor de kinderen in het vluchtelingenkamp in de parochie van Sander Kesseler in Uganda.
Vanwege de corona ligt het transport na genoeg stil. Sander Kesseler had laten weten dat er nood is door gebrek aan voedsel. De prijzen van rijst, mais en bonen zijn maar liefst met 15% gestegen. Daarom hebben we als parochie een actie opgezet, zodat hij voedsel kan kopen voor een aantal vluchtelingen in zijn kamp.
Wat betekent dit nu?
“Om u een idee te geven”, zegt Sander, “normaal geven we de mensen 1 kopje mais pap als ontbijt, wat normaal hier is. Als lunch geven we stevige mais pap (posjo genaamd) met bonen en als avondeten proberen we rijst met bonen aangevuld met andere groentes die lokaal groeien te geven. Door voedsel te korten hebben we het ontbijt geschrapt en we moeten rantsoenen uitdelen. We moeten het redden met de middelen die we hebben. Op dit moment voeden we ongeveer 78% van de mensen, meer is niet mogelijk voor ons. Dit betekent 22% minder voedsel dan voorheen, wat ongeveer 80.000 mensen betreft, die nu zichzelf moeten redden, omdat ze buiten ons programma vallen.
Het voedsel dat wij door de adventsactie hebben kunnen kopen gaat naar een deel van deze groep. Met dit programma kunnen we nu 4.000 mensen een maand van eten voorzien. Dit klinkt allemaal als niet genoeg, dat is het ook niet, als het kon zou ik graag alle mensen willen voeden. Maar ik ben blij met de mogelijkheden die er nu zijn.
Ik waardeer de bijdrage, die de parochianen gegeven hebben, enorm. We kunnen nu toch 4.000 mensen weer helpen. Alle beetjes helpen.
Ik denk vaak aan moeder Teresa, aan al die verschrikkingen die zij gezien heeft. ‘Ook al is het werk wat ik doe maar een druppeltje in een oceaan. Zonder dit werk zou de oceaan een druppeltje kleiner zijn geweest.’ Is een uitspraak van haar wat mij op de been houdt.”