Sint Jozef Parochie

Vrijwilliger en mede-parochiaan schrijft een boek

Heer van de Oogst

Geboorte en vorming van Gods volk Israël, tot zegen van alle geslachten op Aarde

Samenvatting

Een kleine tweeduizend jaar vóór onze jaartelling, bezoekt de voor ons onbereikbare God een bejaarde man in het Midden-Oosten. Een mens, vanaf duizend meter hoogte nauwelijks waar te nemen, levend op een planeet die onherkenbaar opgaat in miljarden maal miljarden sterren en planeten, wordt voorwerp van Gods keuze. In een taal en op een wijze, geheel aangepast aan de omgeving en het bevattingsvermogen van deze mens, richt de grote en onbekende God het woord tot Abram. Hij bouwt een relatie met hem op en gaat een verbond met hem aan. Het zal Abrams leven ingrijpend veranderen.

Waarom Abram? Er waren toch talloze mensen die gekozen hadden kunnen worden? Op dat punt blijft God de onkenbare en ondoorgrondelijke. We zullen ‘het waarom’ van deze keuze nooit weten. Dan start God de grootste reddingsoperatie uit de geschiedenis. Dit boek gaat over de eerste fase: De geboorte en vorming van Gods uitverkoren volk Israël, tot zegen van alle geslachten op aarde.

Uit het boek:

Als God schepper is, wat is dan zijn bedoeling met ons? Zijn we een klein spinnetje, machteloos spartelend aan het einde van een draadje dat Hij in zijn hand houdt? Eén kleine beweging van zijn hand en we zakken de diepte in? Is dàt het beeld? Is onze werkelijkheid een soort arena waarin God ons heeft gegooid als gladiatoren? Gooit Hij allerlei begerenswaardige voorwerpen naar beneden, genietend van het gevecht dat wij leveren om er zoveel mogelijk van te bemachtigen? Is dat het? Is de schepping een onafgemaakte vinding? Uit verveling is God er aan begonnen, maar nu heeft het zijn aandacht niet meer. Onvoltooid, onafgemaakt en vergeten, zijn we overgeleverd aan onszelf en de omstandigheden. Is dat de situatie? Of is de aarde een landgoed, rijk aan mogelijkheden. Heeft God ons daarin geplaatst als beheerders? Is het zijn bedoeling ons meer te geven zodra we ons goed van onze opdracht hebben gekweten? Zouden we zo uiteindelijk erfgenaam kunnen worden? Dat is toch hetgeen industriëlen en fabrikanten doen met hun kinderen, voordat ze hen als medefirmanten in het bedrijf opnemen?

Over de auteur:

Jan van Lier (1932) woont in Haaren (N.Br). Hij is geboren en opgegroeid in het Veluwse Barneveld. Op zijn vijftiende ging hij naar het seminarie van de Spiritijnen in Weert. In 1960 is hij afgestudeerd aan de Theologische Faculteit van de Universiteit in Fribourg (Zwitserland). De congregatie stuurde hem naar Brazilië om filosofielessen te geven aan seminaristen. In 1962 verliet hij de congregatie, maar bleef binnen de gemeenschap van katholieke gelovigen. Daarna volgde hij de Sociale Academie en ontwikkelde zich in het personeelswerk. Hij volgde meerdere trainingen op het gebied van Organisatie- en Management ontwikkeling. Tot aan zijn pensioen werkte hij als “Hoofd Personeel en Organisatie” in twee internationale, in Nederland gevestigde bedrijven. Jan is getrouwd. Hij en zijn vrouw hebben twee kinderen en twee kleinkinderen. Hij probeert zijn theologische, religieuze en maatschappelijke ervaringen als harmonische eenheid te beleven
 

Sint Jozef Parochie